Een inspirerend verhaal over een Lotusbevalling

Dit is het inspirerende verhaal van Anouk Planting en haar wens tot een lotusgeboorte. Hierbij wordt de navelstreng na de geboorte niet doorgeknipt, terwijl dat eigenlijk standaard is. Een bijzonder verhaal.

Voor meer informatie kan je ook het artikel ‘Vrije Geboorte‘ lezen.

Mijn lotusbevalling  baby gaapt

“…en dan bracht de baby zijn vingertjes naar zijn navel en maakte de navelstreng los.”
Deze woorden troffen me recht in mijn hart en tranen van ontroering stonden in mijn ogen. De groep om mij heen luisterde ook met aandacht, maar ik hing aan de lippen van een van de deelneemsters aan een workshop waarin ik assisteerde.
Een artikel had haar aandacht getrokken en ze wilde ons er graag over vertellen. Het ging over een inheemse stam waar, na de geboorte van een kind, de navelstreng niet doorgeknipt werd. De placenta bleef dus verbonden met de navelstreng en het kind. Na een aantal dagen maakte de baby zelf de navelstreng bij de navel los. Dat beeld werd in mijn geheugen gegrift en zit er nog steeds.

Ik was geschokt en voelde iets in me opborrelen. Iets van levensvuur, maar ook…… verontwaardiging. Dit was zo natuurlijk, waarom ging dat niet altijd zo?

De workshop ging verder en het verhaal verschoof naar de achtergrond. Dat was begin negentiger jaren.

In november 2001 ontmoette ik mijn huidige partner, Ard. Na een maand reisden we samen naar Nieuw-Zeeland. Na 7 heerlijke weken namen we afscheid op het vliegveld van Christchurch. Mijn geliefde zou verder reizen in Australië en ik ging een kleine week naar een Franse vriendin, Francoise, die tijdelijk in Tasmanie woonde bij een kennis.
De volgende dag ontmoette ik deze vrouw, genaamd Sambodhi. Ze werkte als een soort vliegende kiep bij een gezin waarvan het kind pasgeboren was. De navelstreng van het kind was intact gelaten en het kind bleef verbonden aan de placenta.

Zo kreeg de natuur haar vrije loop en bepaalde de baby zelf wanneer het tijd was om afscheid van de placenta te nemen. Een oude herinnering van een jaar of tien terug kwam weer boven. Dit was het verhaal van die stam! Gewoon hier in de westerse wereld. Wow!

Sambodhi vertelde me dat de ouders er niet alleen voor kozen om de navelstreng niet door te knippen, maar ook dat ze samen met het kind in alle rust in hun slaapkamer bleven tot de navelstreng losliet. Sambodhi deed al het werk, telefoneerde en zorgde voor de boodschappen zodat het prille gezin met rust gelaten werd. Ik kon merken dat ze het met liefde deed en dat ze graag meewerkte aan een rustig en natuurlijk begin van het leven van de pasgeboren baby. Mooi vond ik het, die toewijding van de ouders aan hun kind en hoe ze de natuur haar werk lieten doen. Ook was ik onder de indruk van die zorgzame Sambodhi.
Ik had nooit het idee of de wens gehad zelf kinderen te krijgen, dat zag ik gewoon niet in mijn leven passen. Maar ik wist wel dat, als het er ooit toch van zou komen, ik het zeker op deze manier wilde.

placentaIk moest me er eerst een voorstelling van maken. Hoe zat het ook weer precies? De navelstreng zat niet aan de moeder, maar aan het kind. En aan het eind daarvan zat de placenta. In feite was het kind niet rechtsreeks verbonden aan de moeder. Dat beeld had ik wel. Maar toen ik het me voor ging stellen realiseerde ik me dat het kind in feite los staat van de moeder. Het ligt in het vruchtwater in de baarmoeder in zijn eigen systeem/circuit.

Een week ging voorbij. Francoise vroeg of ik een boek wilde meenemen voor een vriendin in Nederland. Het boek over de lotusgeboorte. Ik nam het graag mee, zo had ik ook de kans om het zelf te lezen. Met een wereld aan mooie herinneringen in mijn hoofd en het boek over lotusbevallingen in mijn tas, vloog ik terug naar huis. Vijf weken later hield Ard het alleen niet langer uit in Australië. Hij kwam terug en we sloten elkaar weer in de armen.

Ruim een half jaar later werd ik zwanger. Toch. En naarmate de zwangerschap vorderde, werd mijn wens om de lotusbevalling te gaan doen sterker.
Ik had alleen geen idee bij wie ik terecht kon voor informatie. De verloskundigen hadden er nog nooit van gehoord en verder kende ik in Nederland niemand die er iets van wist.
Ik herinnerde me de vriendin van Swaas, aan wie ik het boek had gestuurd. Ik nam contact met haar op en vroeg of ze mij het boek wilde toesturen. Dat deed ze en zo had ik alvast iets.
Ik begon het te lezen en dat was niet makkelijk. Het was erg technisch en in lastig Engels. Maar wat ik ervan oppikte, raakte me. Er werd me van alles dingen duidelijk en ik stond verbaasd over de eenvoud ervan. Tegelijkertijd groeide mijn verbazing over de wijze waarop wij hier met zwangerschap en geboorte omgaan en begon ik dat steeds minder vanzelfsprekend te vinden.

Ik las over het feit, dat na de conceptie de kluit cellen in tweeën gedeeld wordt; de ene helft ontwikkelt zich tot foetus en de andere helft wordt placenta. Ineens zag ik het beeld van de foetus en de placenta samen in de baarmoeder, negen maanden lang. Dat is als een tweeling. Het is bijna de intiemste relatie die je kunt hebben, nog intiemer wellicht dan die met de moeder. En dat tweelingbroertje of –zusje wordt in het ziekenhuis zomaar weggegooid als je als ouder niet alert blijft! Vooral dat beeld de gewenste zekerheid. Nu vertrouwde ik erop dat het zou gaan lukken, als het een thuisbevalling zou worden.De verloskundige had al gezegd dat het erg lastig zou worden om het door te zetten als het een ziekenhuisbevalling zou gaan worden. De gynaecologen stonden niet erg open voor dit soort dingen en bovendien wist je van tevoren niet wie er dienst zou hebben als het eenmaal zo ver was. In dat geval zou het alsnog kunnen mislukken. Verontwaardiging kwam weer bij me boven. Ze stonden niet open voor dit soort dingen? Het was toch zeker niet aan hen dit alles te bepalen? De placenta van mijn kind was toch in de eerste plaats mijn zaak?!

In de nacht van 29 op 30 juni hoorde ik de roep van een vogel en ik wist dat dat een aankondiging was. Niet veel later voelde ik water tussen mijn benen. Ik maakte Ard wakker en zei dat mijn vliezen waarschijnlijk gebroken waren. Hij viel na een tijdje weer in slaap, maar ik kon niet echt meer tot rust komen. Het ging gebeuren! De volgende ochtend belde ik met de verloskundige praktijk en degene die aan aan de lijn had, vertelde me dat er toch eerst flinke weeën moesten zijn. Maar die moesten wel binnen 24 komen, anders dreigde er infectiegevaar en dan werd het toch nog het ziekenhuis. Oh nee! Ik zag mijn lotusbevalling al in duigen vallen. Ze zei ook dat naarmate het langer duurde, de kans dat er nog weeën zouden komen, kleiner werd. Dat gaf me niet bepaald een oppepper. We moesten maar gewone dingen doen en afwachten. Tja, gewone dingen doen, wat doe je als je kind eraan zit te komen en je geen idee hebt hoe dat in zijn werk gaat? We probeerden er het beste van te maken. Bestelden koffie met appeltaart in een restaurant, wachtten af, deden ons best om gewone dingen te doen, wachtten af. Het enige dat er gebeurde, was dat ik af en toe wat vocht verloor. Verder niets. De tijd verstreek en de kans dat ons kind thuis geboren mocht worden, werd steeds kleiner. Was alle moeite die we gedaan hadden om op zo’n schitterende plek te komen dan voor niets geweest en zou ik uiteindelijk toch nog in het ziekenhuis moeten bevallen?Adorable-Happy-BabyDit deed me besluiten, zowel voor ons kind als voor Ard en mij, alles te proberen de geboorte via de lotusmethode te laten plaatsvinden. Ik las verder in het boek en ontdekte dat kinderen die op deze manier geboren worden, van nature rustig zijn en blij. Ik las dat het de aura intact houdt, geen trauma’s creëert bij de baby, enzovoort. Maar durfde ik het aan? Ik vond het spannend, want het boek was tot nu toe mijn enige houvast en het was niet concreet genoeg voor me om er vertrouwen in te hebben. Ik besprak het met de verloskundige en die stond er wel open voor. Ze was nieuwsgierig en wilde graag meer informatie erover.
Maar toen kwam er een kink in de kabel. Omdat ik een negatieve rhesusfactor heb, zou na de bevalling bloed uit de navelstreng gehaald moeten worden om te testen of het kind ook negatief bloed zou hebben. Dat zou heel ingewikkeld worden wanneer de navelstreng niet afgeklemd mocht worden. Ik was teleurgesteld. Zou zoiets schijnbaar onbenulligs mijn wens onmogelijk maken?
Dat liet ik niet op me zitten. Ik had al aangegeven niet geprikt te willen worden i.v.m. mijn resusfactor. Vrouwen met negatief bloed krijgen tijdens de zwangerschap een injectie om bloedvergiftiging te voorkomen wanneer het kind een positieve rhesusfactor zou blijken te hebben. Van mijn moeder, die ook een negatieve rhesusfactor heeft, wist ik dat dat bij het eerste kind nog geen probleem zou vormen. Zij heeft ook een negatieve rhesusfactor en had het geluk dat haar beide kinderen die ook kregen. Ik vond het onnodig een injectie te krijgen wanneer die niet noodzakelijk was en dat was hij niet. Dat besluit had ik al genomen. Niets in mijn lijf dat er niet hoorde en niet levensreddend was!
Toen kwam de opluchting dat Ard ook een negatieve rhesusfactor heeft.
De verloskundige was eerst nog wat huiverig. In hoeverre kon zij er zeker van zijn dat hij inderdaad de vader was? Ze had wel meegemaakt dat een zwangere vrouw was vreemdgegaan en dat het uitkwam doordat de bloedgroep uitwees dat het kind onmogelijk van haar partner kon zijn. Ik was honderd procent zeker van mijn zaak en gelukkig geloofde ze me op mijn woord.

Op dat gebied waren de hindernissen uit de weg geruimd. Nu mijn eigen gevoel van vertrouwen en zekerheid nog. Ik voelde me niet zeker genoeg om het avontuur aan te gaan in dit land waar ik bij niemand terecht kon. Maar gelukkig was daar internet. Ik speurde in mijn boek naar namen en begon ze allemaal te mailen. En ik kreeg reacties. Echt blij was ik met de reactie van een Australische, Sarah Buckley. Ze was een expert, had zelf al meerdere kinderen op deze manier gekregen en daar verschillende artikelen over geschreven, waarvan er een paar in het boek stonden. Ze gaf me allerlei informatie, ook over het resusverhaal, en ze moedigde me aan. Toch bleef de onzekerheid. De informatie was me nog steeds niet concreet genoeg. Na een tijdje kreeg ik echter ook daarbij hulp. Van Sambodhi, de vrouw uit Tasmanie. Ik had haar gemaild en kreeg nu de reactie waar ik al die tijd op had gewacht. Een heel eenvoudige beschrijving van hoe je met de placenta om gaat.

‘s Avonds realiseerden we ons dat we nog niet besloten hadden hoe we de naam van ons kind precies zouden schrijven, wanneer het een jongetje zou worden. We namen een stel papiertjes en schreven er alle varianten op die mogelijk waren. Daarna trokken we de variant die ons het meest aanstond. We kozen gelukkig hetzelfde. Nu waren we er helemaal klaar voor.

Toch gebeurde er helemaal niets. Tegen de tijd dat we naar bed zouden gaan, kreeg ik wat weeën en belde de verloskundige. Ze vertelde me dat er echt wel iets meer moest gebeuren en dat ze pas zou komen wanneer er regelmatig flinke weeën kwamen. Dat gebeurde niet en we gingen maar naar bed. Natuurlijk konden we de slaap niet vatten. Wel had ik weeën. Weer belden we de verloskundige. Ze kwam en ze voelde. Nog maar 2 centimeter ontsluiting. Lang niet genoeg en we moesten er maar op rekenen, dat het de volgende morgen het ziekenhuis zou gaan worden. Dat was een grote teleurstelling.

De verloskundige vertrok weer. Midden in de nacht kreeg Ard een idee en belde een vriend, die misschien zou kunnen helpen. Ard haalde hem op met de auto, we praatten wat en hij gaf mij reiki, een behandeling volgens een energetische helingsmethode. Er leek niet veel te gebeuren en na een tijd bracht Ard hem terug.

Toen Ard thuis kwam, lag ik te kronkelen op bed. Ik verging van de pijn, het was begonnen! Ard belde de verloskundige. Toen die wat later gekomen was stond ze met de armen over elkaar naar te me kijken en zei: Zo, dat zijn wel heftige weeën!’
Ze voelde om te kijken hoe ver de ontsluiting was. Ik zou ingestort zijn als het weer niet genoeg zou zijn geweest. Dat zou ik niet meer aangekund hebben. Maar het liep anders. Ze zei:’ we gaan alles in orde maken, zodat jij je kind straks ter wereld kunt brengen.’ In een hele korte tijd was de ontsluiting keihard gegaan. Daarom verging ik van de pijn en was die soms niet te verdragen. Maar het betekende ook dat ik thuis kon gaan bevallen!
Vanaf dat moment kan ik me geen pijn meer herinneren.
Alles werd in orde gemaakt. De kraamzorg werd gebeld en er werd even met de verzorgster over de lotusgeboorte gepraat, maar zij vond dat wel interessant.

We hadden een goede vriendin gevraagd om foto’s te maken. Ze zat al een tijdje in spanning en we belden haar om te zeggen dat ze kon komen.

De zon kwam op, vlakbij stonden de koeien van de buren nieuwsgierig naar ons te kijken. Het was 1 juli, een prachtige dag en ons kind werd geboren. Het werd op me gelegd en ik voelde een groot welkom. Pas na een tijdje ontdekte ik dat het een jongetje was. Toch goed, dat we nog even aandacht aan de naam hadden geschonken, want nu wisten we zijn naam precies: Mahi-Noa, een naam die we in Nieuw-Zeeland al gevonden hadden.
Het was een beetje gek om de naam hardop tegen anderen uit te spreken. Deze naam was al zo lang bij ons en alleen voor ons. Ik voelde me er wat ongemakkelijk bij.
De placenta kwam niet uit zichzelf. De verloskundige drukte op mijn buik en er schoot een straal bloed uit me, maar de placenta bleef zitten. Ik kreeg een injectie in mijn bovenbeen en even later werd de placenta geboren. Hij werd in een schaal gelegd en we besteedden er verder even geen aandacht aan. Ik werd gehecht, Mahi-Noa werd weer bij me gelegd en begon aan zijn nieuwe leven bij ons. Hij was heel rustig en tevreden.

baby-attached-to-the-placentaDe placenta werd de volgende dag een beetje schoongemaakt waarna Ard hem in met zout inwreef. Daarna werd hij weer in een doek gewikkeld en in de schaal gelegd. Zo ging dat vier dagen door. Tegen de avond van de vierde dag viel de navelstreng af. Nu pas was de geboorte helemaal afgerond. We lieten de schaal met de placenta in de kamer staan en, op de zesde dag van Mahi-Noa’s leven, begroeven we hem in de tuin onder de prachtige rode beuk, begeleid door de klanken van een grote windgong.

Het omgaan met de placenta zelf heeft ons verbaasd. Het kostte nauwelijks moeite om hem te verzorgen en vast te houden als Mahi-Noa gewogen of gewassen werd. Het was heel heet toen Mahi-Noa werd geboren, maar we hebben geen vervelende luchtjes geroken. De navelstreng begon na een paar dagen vanaf het midden in te drogen. Op een gegeven moment liet hij bij de navel los, zoals dat ook gaat bij traditionele bevallingen.

Mahi-Noa is altijd een blij kind geweest. Het is ook een makkelijk kind, maar hij weet precies wat hij wil en niet wil. Ik ben ervan overtuigd dat de lotusgeboorte daar een rol in heeft gespeeld. Hij heeft op zijn eigen moment en in alle rust afscheid kunnen nemen van zijn ‘tweelingbroertje’ dat samen met hem negen maanden in mijn buik heeft doorgebracht.

Anouk Planting

Bron: http://www.lotusbevalling.nl/lotusverhalen.html
%d bloggers liken dit: